-
1 de mildheid van een sigaret
de mildheid van een sigaret -
2 de mildheid van een sigaret
de mildheid van een sigaretVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de mildheid van een sigaret
-
3 butt
n. peuk; aanhangsel; achterwerk (slang); doel; een groot vat--------v. stoten; botsen; hinderen; rammen; vooruit springenbutt13 〈 benaming voor〉 (dik) uiteinde ⇒ kolf, handvat; restant, eindje; peuk 〈 van sigaret〉; 〈 slang〉 achterste, krent; 〈 Amerikaans-Engels〉 romp, tors5 (bier/wijn)vat ⇒ (regen)ton————————butt2〈 werkwoord〉2 met de uiteinden/een stootvoeg verbonden zijn/aan elkaar verbinden ⇒ aangrenzen/sluiten3 (voor)uitsteken/springen→ butt in butt in/ -
4 tip
n. tip, fooi; kant, punt, top; wenk; helling--------v. kieperen, kantelen; omkantelen, omver vallentip1[ tip] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 fooi5 tip ⇒ wenk, raad♦voorbeelden:————————tip2〈 tipped〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 van een tip/punt voorzien6 aantikken ⇒ eventjes aanraken, (aans)tippen♦voorbeelden:2 tip something up • iets schuin/op zijn kant houden8 I'm tipping Andrew as the next president • ik denk dat Andrew kans heeft de volgende voorzitter te worden→ tip off tip off/ -
5 mondstuk
3 [filter van sigaret] (bout <m.>) filtre 〈m.〉 -
6 afslaan
♦voorbeelden:1 zie je die fietser daar links afslaan? • do you see where that cyclist is turning left?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door slaan verdrijven] beat off5 [doen wegspoelen] wash away♦voorbeelden:een thermometer afslaan • shake down a thermometerde vijand/een aanval afslaan • beat off the enemy/an attack -
7 as
as2 [(denkbeeldige) lijn door het midden] axis4 [muziek] A flat♦voorbeelden:een stad in de as leggen • reduce a city to ashes〈 spreekwoord〉 as is verbrande turf • if the sky falls, we shall catch larks -
8 smoking a cigarette
sigaret roken (inhaleren van sigaretten rook) -
9 die
n. dobbelsteen; stempel; matrijs--------v. sterven; overlijden; verdrinken; verlangen ("slang")die1[ daj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 matrijs ⇒ stempel; gietvorm————————die2♦voorbeelden:the dice are loaded against him • het lot is hem niet gunstig gezindone of the dice • een dobbelsteen————————die3〈 werkwoord〉1 sterven ⇒ doodgaan, overlijden, omkomen3 uitsterven ⇒ wegsterven, wegteren4 verzwakken ⇒ verminderen, bedaren♦voorbeelden:die from/of an illness • sterven aan een ziektedie hard • maar langzaam verdwijnen, niet opgevenbe dying for a cigarette • smachten/snakken naar een sigaret -
10 fag
n. sloven, hard werken; manusje-van-alles zijn (voor oudere leerling op Eng. school); vervelend/geestdodend werk; sigaret (sl.); flikker (sl.)--------v. zich afsloven, uitputten, afmatten; als schooljongen die een oudere leerling diensten moet bewijzenfag1[ fæg] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vervelend/saai/geestdodend werk2 〈Brits-Engels; school(wezen)〉 knechtje ⇒ werkezel 〈 jongerejaars die karweitjes moet doen voor ouderejaars〉♦voorbeelden:————————fag2〈werkwoord; fagged〉1 sloven ⇒ zich afmatten, hard werken♦voorbeelden: -
11 have
n. rijk, iemand die veel bezittingen heeft--------v. hebben; bezitten; verkrijgen; nodig hebben; veroorzakenhave1[ hæv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ the haves and the have-nots • de rijken en de armen, de bezitters en de niet-bezitters————————have2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hebben ⇒ bezitten, beschikken over, houden 〈 bezit, eigenschap, gelegenheid, plaats en tijd, verwanten en kennissen, iets dat toegezegd is〉5 hebben ⇒ genieten van, lijden aan6 hebben ⇒ laten liggen, leggen, zetten7 〈met naamwoord dat een activiteit uitdrukt; vaak te vertalen door werkwoord van dat naamwoord; informeel〉 hebben ⇒ maken, nemen 〈enz.〉8 toelaten ⇒ dulden, aanvaarden12 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉 het moeten beleven dat ⇒ het overkomt/overkwam hem/haar/hun dat15 vrijen/slapen met♦voorbeelden:you can have that old car if you want • je mag die oude kar houden als je wilhe has an excellent memory • hij beschikt over een voortreffelijk geheugenhave mercy on us • heb medelijden met onsI've got no time • ik heb geen tijdyou have my word • je hebt mijn woord, mijn woord eropI've got it • ik heb het, ik weet het (weer)you have something there • daar zeg je (me) wat, daar zit wat inhe wouldn't have his wife back • hij wou zijn vrouw niet terug (hebben)do you have enough wine in? • heb je genoeg wijn in huis?have something about/on one • iets bij zich hebbenwhat does she have against me? • wat heeft ze tegen mij?2 the book has six chapters • het boek heeft/bestaat uit zes hoofdstukkenmay I have this dance from you? • mag ik deze dans van u?he had a splendid funeral • hij kreeg een schitterende begrafeniswe've had no news • we hebben geen nieuws (ontvangen)you can have it back tomorrow • je kunt het morgen terugkrijgenhave a cigarette • een sigaret nemen/rokenhave a good time • het naar zijn zin hebbenyou have it badly • je hebt het lelijk te pakkenlet's have the rug in the hall • laten we het tapijt in de hal leggenhave a discussion • discussiëren, een discussie hebbenhave a try • (het) proberenhave a walk • een wandeling makenI won't have you say such things • ik duld niet dat u zoiets zegtI'm not having any • ik pik het niet, ik pieker er niet overhe's finally had it done • hij heeft het eindelijk laten doenhave a tooth out • een tand laten trekken12 he's had his friends desert him • hij heeft het moeten meemaken dat zijn vrienden hem in de steek lietenhave someone (a)round/in/over • iemand (eens) uitnodigenwe are having the painters in next week • volgende week zijn de schilders bij ons in huis aan het werkhave someone up • iemand uitnodigen 〈 in het bijzonder van beneden, uit het zuiden of van het platteland〉16 can you have the children tonight? • kun jij vanavond voor de kinderen zorgen?〈 niet verouderd〉 have something off • iets uit het hoofd/van buiten kennenhave it (that) • zeggen (dat), beweren (dat)as the Bible has it • zoals het in de bijbel staatrumour has it that … • het gerucht gaat dat …have it (from someone) • het (van iemand) vernomen/gehoord hebben, het weten (van iemand)〈 informeel〉 have had it • hangen, de klos/pineut zijn; niet meer de oude zijn, dood zijn; het beu zijn, er de brui aan gevenhave it in for someone • een hekel hebben aan iemand, de pik hebben op iemandhave it in for someone • de pik hebben op iemandhave it/the matter out with someone • het (probleem) uitpraten/uitvechten met iemandhave something on someone • belastend materiaal tegen iemand hebbenyou have nothing on me • je kunt me niks makenhave nothing on • niet kunnen tippen aanhave something on/over • beter zijn dan, een streepje voor hebben op→ have on have on/III 〈 hulpwerkwoord〉2 〈alleen in aanvoegende wijs verleden tijd; formeel〉had(den)/was/waren ⇒ indien/als … zou(den) hebben/zijn♦voorbeelden:he has died • hij is gestorven2 had he claimed that, he would have been mistaken • had hij dat beweerd, dan zou hij zich vergist hebbenI had better/best forget it • ik moest dat maar vergeten, het zou beter/het beste zijn als ik dat vergatI'd just as soon die • ik zou net zo lief doodgaan -
12 stub
n. stronk (v. boom); stomp, stompje (potlood), peuk, peukje (sigaar)--------v. (zijn teen) stoten; uitdrukken (sigaret)stub1[ stub] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stomp ⇒ stompje, eind(je), peuk————————stub2〈werkwoord; stubbed〉1 stoten♦voorbeelden: -
13 light
adj. licht; vlug; luchtig; vrolijk; vluchtig--------adj. lichtend; oplichtend; helder--------n. licht; verlichting; daglicht; verlichtend; bliksem; blik; vuur; stoplicht; voorbeeld--------v. verlichten; aansteken; in brand steken; (uit auto stappen); neerkomen; laten vallenlight1[ lajt]2 ruit(je)3 licht/vuurtoren♦voorbeelden:1 can you give me a light, please? • heeft u misschien een vuurtje voor me?1 licht ⇒ verlichting; openbaarheid♦voorbeelden:in a good light • bij goed licht/zichtbring/come to light • aan het licht brengen/komenreversing light • achteruitrijlampsee the light • het licht zien, tot inzicht komenshed/throw light (up)on • licht werpen op, klaarheid brengen inlight of one's eyes/life • iemands oogappel/hartendiefwithout light and shade • eentonig, kleurloosa shining light • een lichtend voorbeeldgo out like a light • onmiddellijk ingeslapen zijnin (the) light of this statement • in het licht van/gezien deze verklaring2 (geest)vermogens ⇒ inzichten, opvattingen♦voorbeelden:————————light21 licht ⇒ verlicht, helder♦voorbeelden:light clothing • lichte kledijlight food • licht (verteerbaar) voedsellight in the head • licht in het hoofdlight of heart • licht/luchthartiglight industry • lichte industrielight opera • operettelight reading • lichte lectuurlight traffic • geringe verkeersdruktemake light work of • zijn hand niet omdraaien voormake light of • niet zwaar tillen aan————————light3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 light a cigarette/fire/lamp • een sigaret/vuur/lamp aansteken→ light up light up/————————light4〈 bijwoord〉1 licht♦voorbeelden:travel light • weinig bagage bij zich hebben -
14 drag
n. sleep, gesleep; rem; gezanik, gezeur; (in computers) het slepen; (bij computers) voorwerpen (of tekst) op het scherm verplaatsen door de muisknop ingedrukt te houden; tegenkracht (zoals weerstand van lucht)--------v. slepen; dreggen; kruipendrag1[ dræg] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 het slepen ⇒ het trekken, het zeulen3 dreg ⇒ dregnet, dreganker6 〈 informeel〉saai gedoe/figuur ⇒ vervelend iets/iemand♦voorbeelden:6 it was such a drag • het was stierlijk vervelend/stomvervelend8 in drag • in travestie, als man/vrouw verkleed————————drag2〈 dragged〉1 dreggen♦voorbeelden:1 (mee)slepen ⇒ (voort)trekken/sleuren/zeulen♦voorbeelden:don't drag my name in • laat mijn naam erbuitenshe dragged him off to concerts • ze sleepte hem mee naar concertendrag someone into something • iemand tegen zijn zin ergens in betrekken -
15 bouffée
bouffée [boefee]〈v.〉3 vlaag ⇒ wolk, tocht4 uitbarsting ⇒ aanval, opwelling♦voorbeelden:bouffée de parfum • vleugje parfumpar bouffées • bij vlagen, af en toe, met tussenpozenf1) uitademing2) trekje, haaltje3) vlaag, opwelling4) wolk, tocht, windstoot -
16 rollen
1 [algemeen] rouler2 [buitelen] se rouler3 [vallen] tomber♦voorbeelden:ik ben er vanzelf in gerold • je me suis retrouvé dans cette situation par un pur hasardhet geld rolde over de vloer • l'argent a roulé par terrevan de stoel rollen • tomber de la chaiseII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [algemeen] rouler2 [op behendige wijze stelen] escamoter♦voorbeelden:een sigaret rollen • rouler une cigarettezich in een deken rollen • se rouler dans une couverture→ link=zak zak -
17 kippen
kippenI 〈onovergankelijk werkwoord; sein〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (doen) kantelen, (doen) kiepen2 uitgooien, (uit)kieperen♦voorbeelden:1 einen Schrank kippen • een kast kantelen, op haar kant zetten -
18 Dutch fuck
-
19 Dutch
adj. Nederlands/Hollands, betr. Nederland--------n. Nederlands; Nederlanders; Nederlands(e taal)Dutch1[ dutsj]I 〈 eigennaam〉♦voorbeelden:¶ in Dutch • in de penarie/rotzooi→ double double/III 〈meervoud; the〉♦voorbeelden:————————Dutch2〈bijvoeglijk naamwoord; Amerikaans-Engels ook dutch〉♦voorbeelden:1 Dutch cheese • Edammer kaas, boerenkaas¶ Dutch auction • veiling/verkoping bij afslagDutch barn • kapschuurDutch cap • pessarium (occlusivum)Dutch comfort • schrale troostDutch doll • ledenpopDutch door • boerderijdeur, onder- en bovendeurDutch elm disease • iep(en)ziekteDutch fuck • het aansteken van de ene sigaret aan de andereDutch hoe • (duw)schoffelDutch oven • (braad)oven, bakovenDutch treat • feest/uitstapje waarbij ieder voor zich betaalttalk like a Dutch uncle • duidelijk zeggen waar het op staat————————Dutch3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
20 light up
kamer verlichtenlight up2 〈 informeel〉(een sigaar/sigaret/pijp) opsteken3 ophelderen/klaren♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉
- 1
- 2
См. также в других словарях:
UFO sightings in South Africa — This is a list of alleged sightings of unidentified flying objects or UFOs in South Africa. TOCright1965 craft landing* After midnight on 16 September, police constables Lockem and de Klerk observed a landed, copper coloured craft on the Pretoria … Wikipedia
Копланд, Рутгер — Рутгер Копланд нидерл. Rutger Kopland Имя при рождении: Рутгер П. Хендрик ван ден Хоофдаккер Дата рождения: 4 августа 1934(1934 08 04) … Википедия
Копланд — Копланд, Рутгер Скульптурная поэма Рутгера Копланда Рутгер Копланд, собственное имя – Rutger P. Hendrik van den Hoofdakker (нидерл. Rutger Kopland, 4 августа 1934, Гоор) – нидерландский поэт … Википедия